Darmkanker: vaker ontdekt in vroeg stadium, minder operaties en betere overleving

Utrecht, 11 maart – Darmkanker wordt vaker in een vroeg stadium opgespoord, en steeds vaker wordt een minder ingrijpende behandeling toegepast. De laatste jaren is daarnaast een dalende trend te zien in het aantal darmkankerdiagnoses en de prognose van de ziekte is verbeterd. Dat blijkt uit het trendrapport ‘Dikkedarm- en endeldarmkanker in Nederland’ dat het Integraal Kankercentrum Nederland vandaag publiceert.

Met 12.000 diagnoses is darmkanker een van de meest voorkomende kankersoorten in Nederland. Om die aantallen terug te dringen werd in 2014 het bevolkingsonderzoek darmkanker ingevoerd. Nederlanders tussen de 55 en 75 jaar worden uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker, en worden daarmee getest op endeldarm- en dikkedarmkanker. Het bevolkingsonderzoek is 10 jaar oud en met succes: darmkanker wordt steeds vroeger, voor de patiënt gunstiger stadium ontdekt, wat zorgt voor minder noodzakelijke operaties en betere overlevingskansen.

Vaker ontdekt in gunstiger stadium
De effecten van het bevolkingsonderzoek darmkanker zijn duidelijk terug te zien in het trendrapport. In 2014 en 2015 is er eerst een toename van nieuwe darmkankerdiagnoses: dat komt omdat tumoren die nog geen klachten geven eerder zijn ontdekt in het bevolkingsonderzoek. Doordat er ook veel poliepen zijn weggehaald, zijn deze in latere jaren niet doorgegroeid tot darmkanker. Vanaf 2016 is een dalende trend in het aantal diagnoses te zien.
Als darmkanker in een vroeger stadium wordt ontdekt, is het vaak beter te behandelen. De laatste jaren wordt darmkanker vaker in een gunstiger stadium ontdekt, vooral binnen de leeftijdsgroep van 55-75 jaar.

Overleving toegenomen
Van alle mensen die in 2010 de diagnose darmkanker kregen, was na 5 jaar nog 61 procent in leven. Inmiddels is dat percentage hoger. Van alle mensen die in 2017 de diagnose darmkanker kregen leefde in 2022 71 procent. De 5-jaarsoverleving nam dus toe met 10 procent. Dit is onder andere een effect van het bevolkingsonderzoek, waardoor tumoren in een vroeger stadium gediagnosticeerd zijn en de prognose beter is.

Endeldarmkanker: orgaansparend behandelen
Het rapport laat nog een andere trend zien. Bij een kwart van alle darmkankerpatiënten bevindt de tumor zich in de endeldarm. Bij patiënten met endeldarmkanker met stadium II of III wordt steeds vaker afgezien van het operatief verwijderen van de endeldarm. Patiënten worden in plaats daarvan behandeld met een combinatie van chemotherapie en radiotherapie, gevolgd door een zogenaamd ‘wait and see’ beleid, waarbij de groei van de tumor wordt gemonitord.
In 2010 gold dit voor ruim 5 procent van de patiënten, in 2022 was dit al bijna 30 procent.

Kwaliteit van leven bij niet uitgezaaide darmkanker beter dan normpopulatie
Het rapport zet ook cijfers over kwaliteit van leven op een rij. Antwoorden van een gestandaardiseerde vragenlijst, die patiënten 18 maanden na hun diagnose hebben ingevuld, werden vergeleken met een normpopulatie zonder kanker. Daaruit komt naar voren dat patiënten met uitgezaaide darmkanker een slechtere kwaliteit van leven hebben. Bij patiënten waarbij de darmkanker ten tijde van de diagnose niet was uitgezaaid, was de kwaliteit van leven op het gebied van sociaal, emotioneel en dagelijks functioneren zelfs iets beter dan de normpopulatie.

‘Kom nog eerder met oproep’
De leeftijd van 55 jaar voor het bevolkingsonderzoek, zou wat Elles van Geest (54) betreft naar beneden mogen. Zelf kreeg ze op haar 48ste de diagnose endeldarmkanker. Elles, bestuurslid van Stichting Darmkanker, sprak met Trouw: “Ik had geen klachten, maar viel in de risicogroep door een genetische afwijking. Toen ik werd onderzocht, bleek ik al endeldarmkanker te hebben. Dat was een enorme shock.”

Bij later onderzoek bleek Elles niet alleen endeldarmkanker, maar ook nog dikkedarmkanker te hebben. Beide werden verwijderd; Elles leeft tegenwoordig met een stoma. “Mijn kwaliteit van leven is enorm achteruitgegaan. Ik moet opletten wat en wanneer ik eet. Sociaal heeft het veel impact, omdat ik minder energie haal uit de voeding die ik binnenkrijg en het is ook van invloed geweest op mijn zelfbeeld. Zo’n stoma is niet bepaald sexy.”

Kwaliteit van leven is voor Elles dan ook het belangrijkste argument om te pleiten voor een lagere leeftijdsgrens. “Zet het op 35, of desnoods 40. De risicogroepen weten vaak niet dat zij risico lopen. Natuurlijk kost het geld, maar je boekt zoveel meer winst. Bovendien, als ik er niet bij toeval achter was gekomen dat ik darmkanker had, had ik de 55 waarschijnlijk nooit gered.” (– Bron: Warner van der Louw, Trouw)


Rapport ‘Darmkanker in Nederland’

Het rapport zet kerncijfers en belangrijkste behandeltrends op een rij. De cijfers uit het rapport zijn afkomstig uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het Prospectief Landelijk CRC cohort (PLCRC). De inhoud is samengesteld met de Dutch Colorectal Cancer Group (DCCG) en patiëntenorganisatie Stichting Darmkanker.