In Nederland zijn ongeveer 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder laaggeletterd, en het aantal mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden ligt nog veel hoger: ongeveer 30% van de bevolking. Vooral laagopgeleiden, ouderen en niet-westerse migranten komen vaker in deze groep voor. Sociaal-economische achterstanden en andere stressfactoren spelen ook een rol, waardoor gezondheid soms minder aandacht krijgt.
Waarom is dit relevant voor zorgprofessionals?
Beperkte gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid zijn een risicofactor voor het ontstaan van kanker én voor de overleving van kanker.
Patiënten met lage gezondheidsvaardigheden of een lage sociaal-economische status hebben vaak:
- minder kennis over vroege symptomen van kanker
- een ongezonde leefstijl
- lagere deelname aan screeningsprogramma’s
- minder begrip van adviezen en instructies van zorgverleners
Voor sommige kankersoorten, zoals dikke darm-, prostaat-, slokdarm- en borstkanker, is aangetoond dat patiënten met een hoge SES (sociaal-economische status) over het algemeen langer overleven en een betere kwaliteit van leven hebben dan patiënten met een lage SES. Dit komt mede doordat zij vaker toegang hebben tot ingrijpende behandelingen gericht op genezing.
Signalen die kunnen wijzen op beperkte gezondheidsvaardigheden
Het is belangrijk om te weten hoe je deze patiënten kunt herkennen, zodat je je communicatie hierop kunt afstemmen.
Mogelijke signalen zijn bijvoorbeeld:
- moeite met het onderscheiden van hoofd- en bijzaken
- onsamenhangende of niet-chronologische uitleg van klachten of symptomen
- weinig vragen stellen, of steeds dezelfde vraag herhalen
- formulieren niet invullen of excuses maken om dit niet te doen (bijvoorbeeld “ik doe dat thuis wel”)
- regelmatig te laat komen of afspraken vergeten
- medicatie verkeerd gebruiken
- moeite met instructies of informatie uit brochures en bijsluiters
Samen beslissen begint bij goede communicatie
Begrip van laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden helpt zorgprofessionals om informatie effectiever over te brengen, behandelingen beter uit te leggen en patiënten te ondersteunen bij het maken van weloverwogen keuzes.
Door signalen vroeg te herkennen en je communicatie aan te passen, kun je patiënten meer vertrouwen geven en bijdragen aan betere zorgresultaten. Zo krijgt de patiënt de kans om actief mee te beslissen over zijn of haar behandeling, want samen beslissen begint bij goed begrijpen.