Dikkedarmkanker

Dikkedarmkanker is de meest voorkomende vorm van darmkanker. Ieder jaar krijgen ongeveer 10.000 mensen deze diagnose.

Klachten bij dikkedarmkanker

De meeste mensen met dikkedarmkanker hebben last van:

  • Bloed of slijm bij de ontlasting
  • Verandering in de stoelgang
  • Buikpijn of buikkramp
  • Meer winden laten
  • Gewichtsverlies
  • Nachtzweten
  • Vermoeidheid

Heb je een of meer van deze klachten? Ze hebben lang niet altijd met darmkanker te maken. Er kan ook een andere oorzaak zijn. Ga altijd naar de huisarts wanneer je je zorgen maakt.
Als je vervolgonderzoek nodig hebt, verwijst hij je naar de internist of de maag-, darm- en leverarts (MDL-arts).

Vervolgonderzoek

De internist of MDL-arts voert meestal een kijkonderzoek uit. Tijdens dit onderzoek neemt de arts ook een klein hapje weefsel uit de tumor. Als blijkt dat je dikkedarmkanker hebt, volgen extra onderzoeken. Die zijn nodig om te weten hoe uitgebreid de ziekte is en wat voor jou de beste behandeling is. Bijvoorbeeld:

  • CT-scan: een röntgenonderzoek waarbij je ligt op een tafel die langzaam door een kokervormige buis schuift. Vaak drink je vooraf een speciale contrastvloeistof of krijg je deze via een infuus
  • MRI-scan: dit onderzoek werkt met magnetische golven. Je ligt op een tafel die langzaam door een tunnel schuift. Soms krijg je een contrastvloeistof ingespoten.
  • Endo-echografie: via de anus brengt de arts een dunne slang naar binnen om de tumor te bekijken.
  • Echografie van de lever: door een echoapparaat tegen je buik te houden, kijkt de arts of er uitzaaiingen in de lever zijn.
  • PET-scan: aanvullend onderzoek naar uitzaaiingen. Je krijgt een radioactieve stof toegediend waarmee de kankercellen zichtbaar worden. Met de CT- en MRI-scan kan de arts ook zien of er uitzaaiingen zijn.

Hoe ontstaat dikkedarmkanker?

Darmkanker ontstaat doorgaans uit een poliep, dat is een bultje aan de binnenkant van je darm. Als je ouder bent dan 50 heb je meer kans om poliepen te krijgen. De meeste poliepen zijn onschuldig. In sommige poliepen ontstaat darmkanker.

  • Als je gezond leeft en eet, is de kans op darmkanker kleiner.
  • Heb je een chronische darmontsteking, zoals colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn? Dan is de kans op darmkanker groter. Dat is niet zo bij het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS).
  • Darmkanker kan erfelijk zijn. Dat is zo bij een op de 10 tot 20 darmkankerpatiënten. Twee zeldzame erfelijke vormen zijn Familiaire Adenomateuze Polyposis en Lynch syndroom.

Uitzaaiingen

Uitzaaiingen ontstaan als kankercellen losraken van de dikkedarmtumor en zich verspreiden. Ze komen op een andere plaats in het lichaam terecht en vormen daar een nieuw gezwel. Als dikkedarmkanker uitzaait, is dat meestal uit naar de lymfeklieren, lever, longen of de buikholte.