‘Hoop is krachtiger dan angst’

Marianne Bissegger (55) is op vakantie in Engeland als ze in het ziekenhuis belandt. Een blindedarmontsteking, vermoedt de arts. Het blijkt een tumor in de dikke darm te zijn, mét uitzaaiingen. ‘Ik heb 1% kans dat de kanker niet terugkomt.’

“Al een tijd had ik allerlei vage klachten. Ik was moe, had pijn in mijn zij na het fietsen en had een ijzer- en vitamine D-tekort. ‘Het zal wel met de overgang te maken hebben,’ dacht ik. Ik deed er verder niets mee. Levensgevaarlijk, want daardoor is mijn kanker te laat ontdekt.

Blindedarmontsteking

Op vakantie in het Engelse Cornwall werd ik ziek. Buikpijn, overgeven, diarree. Ik kon niet meer zitten of staan van de pijn. In het ziekenhuis kreeg ik iets tegen de misselijkheid, dat hielp. Een paar dagen later zat ik wéér op de spoedeisende hulp, met vreselijke buikpijn rechts. De arts vermoedde een blindedarmontsteking en opereerde mij via een kijkoperatie. Hij trof geen blindedarmontsteking aan, maar een tumor. Ik werd wakker met flinke verticale jaap op mijn buik. De arts had naast de tumor ook zo’n 25 tot 30 centimeter dikke darm en 24 lymfeklieren weggehaald. Flabbergasted waren mijn man en ik. Dit had ik niet zien aankomen, het was onwerkelijk. Maar we dachten ook dat het hiermee klaar was.

Stadium 4

Terug in Nederland kwam de klap: 23 van de 24 lymfeklieren bleken besmet. Ook had ik een uitzaaiing boven mijn sleutelbeen. De diagnose: dikke darmkanker stadium 4. De arts was duidelijk: ik zou niet meer genezen. ‘Hoe lang heb ik nog?’, vroeg ik. Dat wilde hij niet zeggen: ‘Ik wil niet dat je ernaar gaat leven.’
Het gekke: we waren opnieuw flabbergasted, maar ik raakte niet paniek. De boodschap landde niet, omdat die totaal niet in overeenstemming was met hoe ik me voelde: superfit en energiek, ik kon wel een radslag maken. Vanaf het moment dat die tumor uit mijn lijf was, was mijn vermoeidheid verdwenen.

Zo fijn mogelijk

Ik kreeg 6 palliatieve chemo’s, gevolgd door 2 onderhoudschemo’s. Die brak ik zelf af, ik kreeg last van neuropathie in mijn voeten. Lopen ging amper door de pijn. Ik dacht: tot ik doodga, wil ik zo fijn mogelijk leven.
Ik wilde zo goed mogelijk voor mezelf zorgen. Al voor ik startte met de chemo’s, had ik het boek Mum’s not having chemo van Laura Bond gelezen. Haar moeder wilde geen chemo, en onderzocht alle mogelijkheden van complementaire zorg. Ik was benieuwd: wat is er allemaal naast de reguliere zorg in het ziekenhuis? Alleen al om mijn kwaliteit van leven te vergroten?

Gezond leven

Altijd al ben ik gefascineerd door de relatie tussen voeding en leefstijl en gezondheid. Mijn man Leon en ik eten veganistisch, al is dat vooral vanwege onze liefde voor dieren. Nu verdiepte ik me meer in het gezondheidsaspect. Ik eet alleen nog pure, onbewerkte voeding, liefst biologisch. Een orthomoleculaire arts schreef supplementen zoals shiitake-poeder en elfenbankjespoeder voor om mijn lichaam tijdens de chemo’s te ondersteunen. Ook liet ik me inspireren door mensen die ‘onverklaarbaar genezen’ zijn. Met hen kwam ik contact via internetfora zoals het Amerikaanse Colontown. Nu eet ik elke dag wat walnoten en drink ik groene thee. Daarnaast ging ik hot yin yoga doen om zoveel mogelijk afvalstoffen eruit te zweten. En ik bewoog én beweeg veel, sport levert een waardevolle bijdrage aan je conditie en vergroot je overlevingskansen. Daarbij: hardlopen helpt mij enorm om mijn hoofd leeg te maken.

BRAF-mutatie

Mijn lotgenoten stimuleerden me driekwart jaar na de operatie een second opinion te vragen in het Amsterdam UMC. De oncoloog had goed nieuws: ‘Volgens mij ben je schoon’. Geweldig om te horen natuurlijk! Wel vertelde hij dat ik slechts één procent kans heb dat de kanker niet terugkomt, omdat ik een BRAF-mutatie heb, die de kanker heel agressief maakt.

Angst

Toch blijf ik positief. Mijn man zei meteen: wij gaan voor die ene procent. Ik wil me niet laten leiden door angst. Angst maakt dat er in je lichaam meer cortisol wordt aangemaakt, dat beïnvloedt je hormoonstelsel en hoe je je voelt. Al tijdens de chemo’s ben ik daarom een mindfulnesstraining gaan volgen, dat is zo’n krachtig middel. Ik kon me er niet altijd toe zetten, en dan zei Leon: kom, we gaan samen liggen om een bodyscan te doen. Het gaf hem óók houvast, hij was ook bang en verdrietig. En natuurlijk sijpelde ook bij mij de angst door. Mindfulness helpt mij om in het hier en nu te leven, om verdriet en frustraties even te vergeten. En het helpt mij dankbaar te zijn.

De kracht van hoop

We zijn vijf jaar verder, en ik ben nog steeds schoon. Het leven is door mijn ziekte voor mij nog mooier en meer bijzonder geworden. Ik geniet intens van de natuur, van de contacten met alle lieve mensen om mij heen, zoals mijn man, kinderen, ouders en vrienden. Ik ben blij met wat ik heb, zelfs met deze ervaring. Ik ben bijvoorbeeld dankbaar voor de inzichten die ik heb opgedaan. Ik weet bijvoorbeeld hoe belangrijk hoop is voor je genezingsproces. Mensen hebben het vaak over ‘valse hoop’, maar hoop is zoveel krachtiger dan angst. Een collega schreef mij: ‘Hoop is een lichtje in je hart dat vandaag moed geeft, en morgen kracht.’ En precies zo ervaar ik dat.´

Benieuwd naar Marianne’s leefstijl en haar aanvullingen op de reguliere zorg? Op haar website  www.darmkankeroverleven.nl schrijft ze erover.

Interview: Marlies Jansen Fotografie: Joris Aben Photography